dinsdag 7 oktober 2008

De 4e Musketier - Karakterweekend oktober 2008

Vrijdagochtend rond een uur of negen sprak ik mijn vrouw. Zij zou die ochtend met 26 andere vrouwen samenkomen voor een bidstond, om biddend achter alle strijdende Musketiers te staan. Ik was erg enthousiast. Alles ging perfect!

De mannen waren druk bezig vlotten te bouwen. Team Emmen/Veendam had het vlot het eerste klaar: ‘Wie komt voan ’t ploatteloand. Wie bouw’n wel vaker vlott’n.’ Was de logische verklaring. Zodra ze hun vlot echter te water lieten, liep het vast en kregen ze het slechts met de grootst mogelijke moeite weer vlot.

Maar eigenlijk liep alles fantastisch. De mannen hadden twee-drie uur geslapen, hadden in alle vroegte een berg opgerend, opgedrukt, hun ontbijt dwars door de bossen heen opgezocht en nu waren ze klaar voor de grote competitie.

Elf teams. 84 mannen. Drie dagen Ardennen. Een fysieke strijd. Een geestelijke reis. Naar het hart van God. Naar het hart van onszelf.

Het eerste onderdeel van de competitie betrof het vlotten. Elk team kreeg vier tonnen van 200 liter. Dat bleek te weinig om acht mannen inclusief ‘berenlul’* te dragen.

Vlot na vlot liep vast. Enkele vlotten sloegen uit elkaar. Mannen sloegen overboord en verdwenen ergens in de bossen. Berenlullen, met de droge slaapzak, slaapmat en droge kleren en schoenen er in, liepen vol met water. Wanneer het vlot voer zaten de mannen tot hun middel in het koude water en wanneer het vastliep stónden ze tot hun middel in het koude water.

Een half uur na mijn voor de biddende vrouwen geruststellende en opbouwende telefoongesprek was het...
Lees verder...

Geen opmerkingen: